Het grote afscheid

 

Meer dan veertig jaar waren we samen. We hebben lief en leed gedeeld. Als een blok stonden jullie achter me.

Alleen als ik moest huilen wisten jullie niet zo goed hoe je je moest gedragen.

Ik ben niet zo'n jankerd dus het is jullie alsnog vergeven.

 

Toch hebben we nu voorgoed afscheid genomen. Het gaat niet meer. Het ligt aan mij.

Te droog was het oordeel. Dat komt door de ouderdom, dan krijg je kwalen.

Alles gaat hangen en je droogt uit. Je doet er niets aan.

 

Even heb ik een traantje weggepinkt. Daarna heb ik jullie in de daarvoor bestemde doosjes gedaan en in de kast gezet.

Vervolgens mijn nieuwe vriend gepakt en op mijn neus gezet. 

Vaarwel lenzen.

Hallo bril. 

 

 


Hallo Pap

 

Hallo Pap, daar ben ik weer eens. Door zo’n stomme commerciële dag als Vaderdag word je weer even met de neus op de feiten gedrukt. Zo’n dag heb ik niet nodig om aan je te denken, ik doe dat liever spontaan als ik dat wil of misschien wel als jij dat wilt.

 

Veertien jaar geleden is het alweer. Soms denk ik nog wel eens had je maar.. of hadden we niet beter..? Het heeft geen zin. Vijfenzeventig jaar ben je geworden. Zo lang als ik me kan herinneren heb je gezegd dat je dat een mooie leeftijd vond. Was het een self fulfilling prophecy, als dat al kan?

 

Het gaat goed met Mam en ook met mij, ik hoop eigenlijk dat je dat gewoon weet. Waar je ook bent, als je ergens bent.

 

Veertien jaar, wat heb je al een hoop niet meer meegemaakt. Politiek was je altijd in geïnteresseerd. Op dat vlak ben ik blij dat je het niet meer van dichtbij volgt. Je had je vast opgewonden over Trump en hem een oelewapper genoemd. Bestaat dat woord nog?

 

Ik mis het soms wel dat ik niemand meer Pap kan noemen. Je gaf me regelmatig een aai over mijn bol want ik was tenslotte je kleine meisje. Soms verfoeide ik het want je vond dat ook nog toen ik al veertig was. Door mijn tranen heen moet ik er nu om lachen. Kon je het nog maar een keer doen.

 

Het was fijn om weer even aan je te denken. Al zal het de volgende keer wel op een eigen gekozen moment zijn.

Dag Pap.

 


Buxusmot

 

Als ik langs de voortuin van mijn buurman loop valt de belabberde status van zijn heg me op. Het is een buxushaagje. Eerlijk gezegd heeft het altijd last gehad van een gebrek aan levensenthousiasme maar de huidige staat is om te huilen. Buxusmot schiet door mijn hoofd, de alarmklokken die daarover worden geluid in de media zijn ook mij niet ontgaan.

 

De met zorg in vorm gesnoeide buxuskip zal in stand moeten worden gehouden. Bussen gif worden er leeggespoten over de zielige ogende struikjes. Terwijl de natuur, zoals altijd, zelf een oplossing heeft voor deze overmatige vraatzuchtigheid van een van haar schepsels. Meesjes vinden deze buxusmot een lekkernij en vreten de mot in grote getallen op. Helaas ook die inmiddels met gif bespoten zijn. Je leest nu al berichten over de vele dode vogels en egels die gevonden worden. Of ze echt doodgegaan zijn van het gif roept de eeuwige twijfelaar herhaaldelijk op de social media? Laten we het erop houden dat gif voor geen enkel levend wezen goed is.

 

Waar men ook veel gif voor gebruikt is de bestrijding van onkruid. De mens is helaas lui geworden en vindt van alles uit om zich maar niet te hoeven inspannen. Waarom zou je nog op de knietjes het onkruid weg halen tussen je tegels? Ben je gek, gewoon even spuiten of hele flessen met schoonmaakazijn leeggieten over je groen geworden tegels. Helaas verdwijnt al die troep in het grondwater en verspreidt zich daardoor over een veel groter oppervlakte en beschadigt de leefwereld van veel insecten.

 

Misschien is het een idee om wat minder spastisch te doen als er een tegel een beetje groen is uitgeslagen. Zet gewoon de borstel erop als je het per se groenvrij wilt hebben. En dat onkruid? Ach ga er eens lekker bijzitten en trek het met de hand uit of met behulp van een tuinhaakje. Heerlijk ontspannen en ik heb al menige oplossing bedacht terwijl ik zo bezig was. Onkruid in de border tussen je planten? Pak een schoffel en je zult zien hoe snel alles is losgehaald.

 

'Ja daar heb ik geen tijd voor,' hoor ik vaak. Tja iedereen bepaalt natuurlijk zelf waar je je vrije tijd aan besteedt. Ik hoop alleen dat we wat bewuster omgaan met de natuur en laten we dat kleine beetje dat we nog niet verziekt hebben als mens, proberen gewoon natuur te laten zijn.

 

Oh ja en als er geen mezen in de buurt zijn misschien toch die afschuwelijk lelijke buxusstruikjes vervangen door wat anders? Alles is goed in dat geval wat mij betreft.

 


Het kan toch allebei

 

De felheid waarmee beide kampen elkaar bevechten verbaast me. Waarom? Ze kunnen naast elkaar bestaan en elkaar zelfs aanvullen. Ik heb het over de reguliere geneeskunde en de alternatieve geneeswijzen. Dat je kritisch bent op de ander is alleen maar goed, dat houdt elkaar scherp. Wat ik nogal eens mis is kritisch zijn op het eigen kamp en dat geldt dus voor beide partijen.

 

Ik heb enorme bewondering voor de reguliere geneeskunde. Wat men inmiddels kan in bijvoorbeeld een operatiekamer vind ik indrukwekkend en allerlei onderzoeken tegen levensbedreigende ziektes die plaatsvinden hun labs petje af. Laten we eerlijk zijn, als er geopereerd moet worden kun je echt niet zonder ze. Aan de andere kant heb ik zelf ondervonden dat de alternatieve geneeswijzen ook hun steentje kunnen bijdragen.

 

Jaren geleden had ik een kwaal waarvoor ik medicijnen moest slikken. Toen ik vrij snel de zwaardere variant kreeg toegeschreven, vroeg ik hoelang? De arts haalde de schouders op en mompelde iets van levenslang. Verder kon men niets meer voor mij betekenen, leer er maar mee leven. Zelfs met medicijnen had ik nog pijn en levenslang slikken vervulde mij met afgrijzen.

 

De homeopathische arts waar ik terechtkwam kijkt niet alleen naar de kwaal maar beoordeelt heel je lijf en je levenswijze. Samen stel je een plan op om bepaalde processen in je lijf te versterken waardoor datzelfde lijf in staat wordt gesteld zichzelf te genezen. Het heeft bij mij gewerkt, ik slik al jaren geen medicijnen meer en de kwaal is verdwenen. En tegelijkertijd werden door dit genezingsproces ook nog even wat andere kwaaltjes aangepakt.

 

Ben ik nu helemaal voor alternatieve geneeswijzen en helemaal tegen de reguliere geneeskunde? Nee, ik denk dat ieder mens uniek is en wat voor de een helpt zal de ander niet helpen. Gelukkig ben ik een gezond mens, mocht ik echter weer iets krijgen dan zal ik elke keer opnieuw bepalen wie mij het beste zou kunnen helpen op dat moment. Belangrijk is dus dat je die keuzes ook hebt.

 

Zullen we ophouden elkaar te beschimpen en te bevechten? Alles waar je de andere partij voor uitmaakt geldt ook voor de jouwe. Beide partijen hebben hun goede en slechte kanten. Wil je daar niet voor openstaan en per se van een partij gebruik maken, ga je gang. Laat een ander echter ook die vrijheid, ook al is het niet jouw waarheid.

 

En ik wil toevallig uit twee vaatjes tappen, mag het alsjeblieft?

 


Boycotten die handel

 

Draag je weleens een T-shirt? Dan ken je ze vast wel, die vermaledijde gaatjes ter hoogte van je navel. Nou draag ik mijn hele leven al T-shirts en ik kan me niet herinneren dat iedereen vroeger met gaatjes rondliep. Verdacht vind ik dit en ik ga op onderzoek uit.

 

Eerst even wat kreten die je al snel tegenkomt op het internet:

‘Het komt door motten.’ Serieus? Dan heeft iedereen in Nederland ineens motten in zijn kast, ik geloof er niets van.

‘Het komt door je riem.’ Nou die kan ik gelijk weerleggen want ik draag nóóit een riem.

‘Het komt omdat je teveel tegen het aanrecht aangeleund staat’ Werkelijk? Nu wil ik niet mijn armzalige relatie met mijn aanrecht hier gaan blootleggen maar geloof me als ik zeg dat die aanrecht er niets mee te maken heeft. Bovendien stond men vroeger heel wat langer in de keuken dan tegenwoordig en toen ook geen gaatjes in T-shirts te bekennen.

 

Nee al snel kun je dan concluderen dat de kwaliteit van T-shirts hard achteruit is gegaan. Vroeger (toen alles nog goed was) werd het materiaal gebreid met twee draden en sinds de gaatjesintshirt periode wordt het gebreid met één draad. Eén draadje gaat natuurlijk veel sneller stuk dan twee draadjes. Hogere wiskunde die zelfs ik begrijp.

 

Waarom is dan een simpele vraag. Het is goedkoper dus de leverancier verdient er meer aan en ten tijde van de crisis had niemand veel geld over voor een T-shirt dus dan maar goedkope troep. Die werd nog wel verkocht.

 

Nu is de crisis intussen al weer voorbij lees ik, dus kledingproducenten kunt u weer overgaan op tweedraads T-shirts? Echt, twee weken geleden een T-shirt gekocht en nu al gaatjes erin. Dat is dus gewoon geld weggooien. Ik ga T-shirts voorlopig maar eens boycotten, doe jullie mee? De klant bepaalt namelijk wat er in de winkel ligt en ik zeg: we verdienen beter dan deze troep.

 

Maarre, wat moet ik nu aan?

 

 


De wildplasser

 

Op mijn hurken, mijn kuitspieren redelijk afgeklemd ben ik druk in de weer om het onkruid te verwijderen dat zich precies voor mijn heg heeft genesteld. Een straaltje zweet biggelt langs mijn rug, mijn hoofd voelt als een pioen. Waarom moet ik dit op de warmste dag van de week doen? Mijn schraper schrapt vakkundig de voegen tussen de tegels schoon als ik opschrik van piepende remmen. Ik kijk op en zie dat het fietsremmen betreft. Een wat oudere doch zeer kwieke dame stopt vlak naast me. Haar haar is volledig verwaaid en danst om haar hoofd. Haar guitige ogen kijken me aan.


‘Dat wil ik nou al zo lang tegen je zeggen,’ begint ze. Razendsnel ga ik in mijn hoofd het rijtje af van ons eigen blok huizen. Nee het is geen directe buurvrouw. Ik bekijk haar nog eens goed, ik heb haar volgens mij nog nooit gezien. ‘Al een paar keer heb ik hier,’ haar arm wijst naar het begin van de heg, ‘een lange vent gezien die tegen je heg staat te pissen.’


‘Echt?’ kan ik alleen maar onnozel uitbrengen. Ze knikt hevig waardoor haar haar nog meer om haar hoofd danst.
‘Ja, dan kom ik aan fietsen en dan zie ik hem gaan staan en zijn leuter eruit halen. Haha,’ onderbreekt zichzelf, ‘niet dat ik naar die leuter kijk hoor.’ Ze ligt dubbel over haar stuur heen.


In een poging te achterhalen wie dit sujet is vraag ik haar: ‘heeft hij een hond?’ Ze schudt haar hoofd, nee hij wandelt in zijn eentje.


‘Is het deze?’ zeg ik en buig mijn bovenlichaam naar voren en doe een paar passen met overdreven armbewegingen.


‘Nee, die is het niet,’ zegt ze meteen, ‘die ken ik inderdaad ook. Weet je waarvan?’ Ze buigt haar hoofd naar me toe. Ik verwacht een verschrikkelijk geheim te horen. ‘Van de vierdaagse, in Arnhem.’ Meteen ratelt ze verder. ‘Nee, een jaar of zestig is tie. Zwart haar en ook flink al wat grijs. De laatste keer heb ik viezerik tegen hem geroepen.’ Weer ligt ze dubbel over haar stuur. Ik zie het voor me en kan niet anders dan meelachen. ‘Daarbij dat tweede paaltje,’ wijst ze. ‘Wordt je heg al geel?’ Ik kan haar geruststellen. Ik denk niet dat mijn heg van twee meter hoog en meer dan 20 meter lang onder de indruk is van een paar druppels urine. ‘Als ik hem volgende keer zie zal ik heel hard bellen als ik langs fiets.’


Ik bedank haar hartelijk en kijk haar grinnikend na als ze nog steeds lachend verder fietst. Verwonderd over het feit dat mijn heg blijkbaar een wildplasser aantrekt terg ik mijn kuitspieren weer en net als ik mijn hand uitsteek om een stuk onkruid van het leven te beroven ben ik ineens heel blij dat ik altijd tuinhandschoenen draag bij dit soort klusjes.

 

 


De capuchon

 

Om mezelf af en toe eens los te scheuren van het computerscherm ga ik meestal dagelijks een stuk wandelen. Ik houd van opschieten dus ik loop in een soort van marcheerpas door de wijk. Vaak loop ik dezelfde route. Hierdoor ben ik volledig op de hoogte van de stand van zaken in elke voortuin. Vooral die geheel zijn leeggehaald en weer opnieuw worden opgebouwd hebben mijn speciale aandacht. Zo af en toe mompel ik een groet want dat doen we hier nog in het dorp. Verder gebeurt er weinig op die wandelingen. Tot vandaag.

 

Bij het oversteken van de weg naar de volgende wijk zie ik hem al aan komen schuifelen. Wat me onmiddellijk opvalt is zijn donkere jas met capuchon. Hij loopt een beetje voorover en de capuchon is zodanig groot dat het zijn hele gezicht verbergt. Het is al dagen droog en zeer weinig wind. Gezien de temperatuur is een iets dikkere jas wel lekker buiten maar een capuchon op? Tikje overdreven als je het mij vraagt. Een normaal mens zou de man waarschijnlijk niet eens opmerken en gewoon voorbijlopen.

 

Ik behoor echter niet tot het normale ras maar ben behept met een enorme fantasie. Mijn schrijversgenen zijn er verrukt van, bij tijd en wijle. Onmiddellijk scan ik de man en zijn nabije omgeving. Hij is alleen afgezien van het kleine witte hondje wat met hem mee schuifelt. Zijn gezicht kan ik niet zien maar aan zijn lengte, en de grote handen moet het haast wel een man zijn. Hij loopt wat vreemd en draait zijn lichaam weg van me als ik dichterbij kom. Voor mij is het duidelijk, de man wil niet gezien worden. Waarom niet, heeft hij wat op zijn geweten? Is het een terrorist die ondergedoken zit bij zijn vriendin? Werd ze het zat dat hij constant binnen zat en heeft hem gedwongen de hond uit te laten?

 

Met een glimlach om mijn mond om de fantasie die zich onmiddellijk als een film afspeelt in mijn hoofd vervolg ik mijn weg. Of zal ik hem volgen? Nee, laat ik niet doordraven. In gedachten wens ik hem beterschap want hij zal toch wel gewoon verkouden zijn met die capuchon op? Of niet…?